Apotheek Neumann

Medische Encyclopedie

Inhoud

estradiol met drospirenon

Estradiol en drospirenon zijn vrouwelijke geslachtshormonen. Estradiol is een oestrogeenhormoon en drospirenon een progestageenhormoon. Oestrogeen- en progestageenhormonen spelen een belangrijke rol bij de vruchtbaarheidscyclus. Bovendien houden oestrogeenhormonen de botten stevig.

Het progestageenhormoon zit in dit medicijn om te voorkomen dat het oestrogeenhormoon bijwerkingen op de baarmoeder veroorzaakt.

Artsen schrijven dit middel voor bij overgangsklachten en botontkalking.

Wat doet estradiol met drospirenon en waarbij gebruik ik het?

Overgangsklachten

Verschijnselen 
Door een tekort aan oestrogenen kunt u overgangsklachten krijgen, zoals menstruatiestoornissen, opvliegers, zweetaanvallen, slaapproblemen, prikkelbaarheid en stemmingswisselingen. Het slijmvlies van de vagina kan droger worden, waardoor het vrijen pijnlijk kan zijn en er zich makkelijker vaginale infecties kunnen voordoen.

Oorzaak
Als tussen het 40e en 55e levensjaar de activiteit van de eierstokken geleidelijk afneemt, ontstaat er een tekort aan oestrogenen in het lichaam. De menstruatie houdt geleidelijk aan op. De laatste menstruatie heet de menopauze.

Na de menopauze maakt het lichaam minder oestrogenen aan dan tijdens de vruchtbare levensfase. Door dit tekort aan oestrogenen ontstaan overgangsklachten. Ook als de eierstokken operatief zijn verwijderd, ontstaan er overgangsverschijnselen.

Behandeling
Artsen schrijven dit medicijn alleen voor als de overgangsklachten u ernstig hinderen in de normale dagelijkse bezigheden.

Het progestageenhormoon voorkomt dat het baarmoederslijmvlies te veel gaat groeien en er mogelijk baarmoederkanker ontstaat. Als u geen baarmoeder meer heeft, hoeft u geen progestageenhormoon te gebruiken. Dan kunt u een medicijn met uitsluitend oestrogeenhormoon gebruiken.

Angeliq bevat een vaste combinatie van oestrogeen met progestageen. U gebruikt deze beide hormonen continu zonder onderbreking. Hierbij kan soms een doorbraakbloeding ontstaan op een onvoorspelbaar moment. Na enkele maanden wordt dit minder.

Werking
Estradiol vult de hoeveelheid oestrogenen aan. Hierdoor verminderen de overgangsklachten. Drospirenon voorkomt dat het baarmoederslijmvlies bovenmatig gaat groeien en er mogelijk baarmoederkanker ontstaat.

De gunstige werking bij overgangsklachten is pas na enkele weken merkbaar.

Lees meer over overgangsklachten . “

Botontkalking

Verschijnselen
Door de verminderde aanmaak van oestrogenen na de overgang kunnen de botten brozer worden. Dit heet botontkalking of osteoporose. Hierdoor kunnen sneller botbreuken of breuken in de ruggenwervels ontstaan.

U merkt zelf niet dat u botontkalking heeft. Vrouwen met een tenger postuur of vrouwen die al heel vroeg in de overgang zijn, bijvoorbeeld door de operatieve verwijdering van eierstokken, hebben er meer kans op. Als uw arts twijfelt of u botontkalking heeft, kan een botdichtheidsmeting worden uitgevoerd.

Behandeling
Artsen schrijven bij botontkalking meestal een medicijn uit de groep bisfosfonaten voor. Als deze medicijnen niet gebruikt kunnen worden kan de arts oestrogeenhormonen voorschrijven in combinatie met een progestageenhormoon. Het progestageenhormoon voorkomt dat het baarmoederslijmvlies te veel gaat groeien en er mogelijk baarmoederkanker ontstaat. Als u geen baarmoeder meer heeft, hoeft u geen progestageenhormoon te gebruiken. Dan kunt u een medicijn met uitsluitend oestrogeenhormoon gebruiken.

Verderis het belangrijk voldoende calcium en vitamine D te gebruiken, deze zijn beide ook nodig voor gezonde botten. Calcium en vitamine D zitten in zuivelproducten, maar zijn ook als voedingssupplement verkrijgbaar.

Werking
Estradiol vult de hoeveelheid oestrogenen aan. Het voorkomt dat de botten broos worden. Drospirenon voorkomt dat het baarmoederslijmvlies bovenmatig gaat groeien en er mogelijk baarmoederkanker ontstaat.

De werking bij botontkalking merkt u zelf niet. U loopt wel minder kans op botbreuken.

Lees meer over botontkalking . “

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)

  • Misselijkheid, hoofdpijn en pijnlijke of gespannen borsten in het begin van het gebruik.

    Deze klachten horen na enige tijd vanzelf over te gaan. Zo niet, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Het kan zijn dat u een lagere dosis moet gebruiken.

  • Doorbraakbloedingen ('spotting') of meer of minder vocht of slijm uit de vagina dan normaal.

    Deze klachten horen na enige tijd vanzelf over te gaan. Als u last blijft houden, raadpleeg dan uw arts.

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Vasthouden van vocht (dikke enkels en voeten).

    U merkt dit ook aan een toename van uw lichaamsgewicht. Hierdoor kan uw bloeddruk iets stijgen. Gebruik van een lagere dosis kan deze bijwerking meestal voorkomen. Het is zelden zo ernstig dat u met dit medicijn moet stoppen.

  • Buikpijn, diarree en een opgeblazen gevoel.

  • Stemmingsveranderingen, nervositeit, depressiviteit en minder zin in vrijen.

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Migraine en duizeligheid.

  • Huidafwijkingen, zoals bruine vlekken op de huid, droge huid, acne of huidirritatie onder invloed van zonlicht.

    Raadpleeg uw arts, als u hier veel last van heeft.

  • Een enkele keer ontstaat overgevoeligheid voor dit medicijn. U merkt dat aan huiduitslag, jeuk of galbulten. Dit kan zich ook uiten in 'angio-oedeem': een zwelling van het gezicht, lippen, mond, tong of keel. U kunt hierbij erg benauwd worden.

    Als dit ontstaat, moet u onmiddellijk een arts opzoeken of naar de Eerste-Hulpdienst gaan. U mag dit soort middelen in de toekomst dan niet meer gebruiken. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit medicijn of een ander oestrogeenhormonen niet opnieuw krijgt.

  • Als u endometriose heeft, kunt u hier meer last van krijgen. Bij endometriose groeit weefsel dat lijkt op baarmoeder-slijmvlies op plaatsen buiten de baarmoeder.

    Neem contact op met uw arts als u meer of langduriger endometrioseklachten heeft, zoals buikpijn en menstruatiepijn.

  • Trombose, waarbij een bloedstolseltje een bloedvat kan afsluiten. Dat gebeurt meestal in een been, soms komt een bloedstolseltje in de longen terecht. U kunt trombose herkennen aan een dikke, harde, rode en pijnlijke plek op het been, soms aan pijn in de kuit en een zwaar gevoel in het been, zelden aan plotseling optredende kortademigheid, soms met pijn of het ophoesten van bloed.

    Waarschuw in deze gevallen onmiddellijk een arts, of ga meteen naar de Eerste-Hulpdienst.

  • Beroerte (herseninfarct). Heeft u eerder een beroerte gehad? U heeft dan meer kans op trombose of het opnieuw krijgen van een beroerte.

    Overleg met uw arts of u dit medicijn mag gebruiken.

  • Als u acute porfyrie heeft, een stofwisselingsziekte waarbij men aanvallen krijgt van buikpijn, braken, koorts en hartkloppingen: dit middel kan een aanval uitlokken.

    Geef aan de apotheek door dat u acute porfyrie heeft. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit medicijn of andere uitlokkende medicijnen niet krijgt.

  • Verhoging van een bepaald soort vetten, triglyceriden, in het bloed.

    Als u al een te hoog vetgehalte in uw bloed heeft, zal uw arts u daar extra op controleren. Indien mogelijk, zal uw arts eventueel de dosering aanpassen of een ander medicijn of andere toedieningsvorm (bijvoorbeeld een pleister) aan u voorschrijven.

  • Heeft u angina pectoris (hartkramp), of ooit een hartaanval gehad? Het is niet zeker of u dit medicijn dan veilig kunt gebruiken. Mogelijk heeft u meer kans op klachten van angina pectoris, of het opnieuw krijgen van een hartaanval. Overleg met uw arts of u dit medicijn mag gebruiken. 

Bij gebruik langer dan een half tot één jaar.
De kans op onderstaande bijwerkingen is groter naarmate u dit medicijn langer gebruikt. Daarom is het belangrijk elk half jaar met uw arts te overleggen of het gebruik van dit medicijn nog nodig is. Als u stopt met het medicijn daalt de kans op deze bijwerkingen weer.

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Borstkanker

    Hoewel de kans klein is, is de kans ongeveer twee keer hoger dan bij vrouwen die geen hormonen gebruiken. Bij vrouwen die borstkanker hebben of hebben gehad, kan de tumor groeien of terugkomen door het gebruik van dit middel. U kunt dit middel daarom beter niet gebruiken. Overleg met uw arts over een mogelijk alternatief. Indien dit er niet is, kunt u bij sommige vormen van borstkanker, wanneer is aangetoond dat de tumor ongevoelig is voor hormonen, dit middel wel gebruiken.

  • Leveraandoeningen en galstenen. De galstenen zelf zijn vaak pijnloos, een enkele keer ontstaat er een galblaaskoliek. U merkt dit aan hevige pijnaanvallen in de bovenbuik. Waarschuw dan een arts. Een leveraandoening merkt u aan een gevoelige, opgezwollen buik of een gele verkleuring van het oogwit of van de huid. Waarschuw dan een arts.

  • Dementie bij vrouwen ouder dan 65 jaar.

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen

Mag ik estradiol met drospirenon gebruiken met andere medicijnen?

Dit middel kan wisselwerkingen hebben met andere medicijnen.

Het medicijn waarmee de belangrijkste wisselwerking optreedt, is het volgende. In de tekst hieronder staat alleen de werkzame stof van dit medicijn, dus niet de merknaam. Of uw medicijn die werkzame stof bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje ‘samenstelling’.

  • Tamoxifen en fulvestrant (anti-oestrogenen) en anastrozol, exemestaan en letrozol (aromatase-remmers) die gebruikt worden bij bepaalde vormen van borstkanker. Deze middelen en estradiol kunnen elkaars werking tegengaan. Overleg met uw arts.

Twijfelt u eraan of bovenstaande wisselwerking voor u van belang is? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.

Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?

autorijden, alcohol drinken en alles eten?
Bij dit medicijn zijn hiervoor geen beperkingen.

Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?

Zwangerschap
Gebruik dit middel NIET tijdens de zwangerschap of als u zwanger wilt worden. Als u dit medicijn gebruikt en u raakt zwanger, overleg dan met uw arts.
Deze tabletten zijn niet geschikt als anticonceptiepil. De anticonceptiepil bevat een zwaarder hormoon.

Als u niet zeker weet of u nog zwanger kunt worden, moet u extra maatregelen nemen, bijvoorbeeld door ook condooms te gebruiken. Mogelijk is een gewone anticonceptiepil geschikter voor u. Raadpleeg daarover uw arts. Als uw laatste menstruatie meer dan één jaar geleden was, zijn extra maatregelen waarschijnlijk niet meer nodig.

Borstvoeding
Dit medicijn wordt meestal alleen gebruikt door vrouwen die niet meer zwanger kunnen worden, dus geen borstvoeding geven. Geeft u toch borstvoeding? Dit medicijn komt in de moedermelk terecht. De hoeveelheid is echter uiterst gering en schadelijke effecten voor de zuigeling zijn er waarschijnlijk niet.

Een groter probleem is echter dat het oestrogeenhormoon de borstvoeding laat teruglopen. Wilt u borstvoeding geven, overleg dan met uw arts.

Hoe gebruik ik dit medicijn?

Kijk voor de juiste dosering op het etiket van de apotheek of in de bijsluiter.

Hoe?
Gebruik elke dag één tablet. Het maakt niet uit wanneer u begint. Bij sommige vrouwen kunnen doorbraakbloedingen ontstaan. Blijf gewoon doorgaan met elke dag het middel in te nemen.

Wanneer?
U mag het medicijn innemen op elk moment van de dag. Het beste kunt u een vast tijdstip kiezen, bijvoorbeeld ’s ochtends bij het ontbijt, dan vergeet u minder snel een dosis.

Het maakt niet uit wanneer u begint. U slikt deze tablet continu door, zonder stopdagen. In de eerste maanden kunnen doorbraakbloedingen ontstaan. Deze verdwijnen vanzelf. Blijf gewoon doorgaan met het innemen van de tabletten.

Hoe lang?

  • Overgangsklachten: gebruik dit medicijn bij voorkeur niet langer dan een of twee jaar. Probeer na een half jaar te stoppen om na te gaan of uw klachten over zijn. Als de klachten terugkeren, kunt u in overleg met uw arts de behandeling weer voortzetten.
  • Botontkalking: gebruik dit medicijn bij voorkeur niet langer dan een of twee jaar. In verband met het verhoogde risico op borstkanker zijn medicijnen van het bisfosfonaat-type meer geschikt voor toepassing langer dan één tot twee jaar.
Terug naar overzicht