Apotheek Neumann

Medische Encyclopedie

Inhoud

nicotine

Nicotine als medicijn is een ontwenningsmiddel.

Het is te gebruiken als hulpmiddel bij stoppen met roken.

Wat doet nicotine en waarbij gebruik ik het?

Rookverslaving

Stoppen met roken is voor veel mensen moeilijk. Na stoppen kunt u last krijgen van psychische en lichamelijke klachten, waardoor u opnieuw naar roken verlangt.

Deze klachten ontstaan onder andere doordat uw lichaam gewend is geraakt aan nicotine en deze stof nu mist. Heeft u hier veel last van en belemmert dat u om van het roken af te komen, dan kunt u tijdelijk nicotine gebruiken.

Effect
Nicotine in kauwgom, zuigtablet, mondspray of pleister kan de klachten verminderen die ontstaan doordat uw lichaam aan nicotine gewend is geraakt. Het effect laat enkele minuten op zich wachten.

Een medicijn met nicotine werkt alleen als u echt zelf stoppen wilt. Het is een hulpmiddel dat de kans dat u van het roken afblijft een beetje verhoogt. Advies en ondersteuning bij het stoppen met roken vergroten de kans op succes. Vraag advies bij uw apotheek, bij uw huisarts of via Ik stop nu.

Lees meer over rookverslaving . “

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Behalve het gewenste effect kan dit middel bijwerkingen geven. Dit zijn meestal algemene verschijnselen, die moeilijk zijn te onderscheiden van onthoudingsverschijnselen van roken, of die ook optreden bij te veel roken of als u net begint met roken.

Door het stoppen met roken kunnen onthoudingsverschijnselen ontstaan. Als het goed is, onderdrukt nicotine deze verschijnselen. In het begin kunnen de onthoudingsverschijnselen echter niet volledig onderdrukt zijn. U kunt dan last krijgen van angstgevoelens, snel geïrriteerdheid of van slag zijn, slapeloosheid, abnormale dromen, minder concentratievermogen en slaperigheid.

De belangrijkste bijwerkingen zijn de volgende.

Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)

  • Bij gebruik van de pleisters: jeuk en roodheid.

  • Bij gebruik van de zuigtabletten, kauwgom en mondspray: irritatie en pijn aan mond en keel, de hik, zelden winderigheid, meer speeksel en zeer zelden neusverkoudheid, zuurbranden en blaarvorming en schilfering van het mondslijmvlies.

  • Duizeligheid en hoofdpijn.

    Dit gaat meestal binnen een paar dagen weer over.

  • Hoesten en zelden benauwdheid.

  • Maagdarmklachten, zoals de misselijkheid, braken en zelden buikpijn, diarree, verstopping en droge mond.

    Deze klachten verdwijnen meestal na een aantal dagen.

  • Dromen, slapeloosheid.

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Hartkloppingen

    Heeft u hier veel last van, neem dan contact op met uw arts.

  • Zwak gevoel, trillen.

  • Nervositeit

  • Tintelingen of een doof gevoel in de ledematen.

  • Smaakstoornissen

  • Spier– en gewrichtspijn en zeer zelden spierstijfheid.

  • Overgevoeligheid voor dit medicijn. Dit kan zich uiten in huiduitslag met galbulten en jeuk.

    Raadpleeg dan uw arts. Zeer zelden kan een ernstige uitslag ontstaan met benauwdheid, een opgezwollen gezicht of flauwvallen. Ga dan onmiddellijk naar een arts. U mag dit medicijn dan niet meer gebruiken. Geef daarom door aan de apotheker dat u overgevoelig bent voor nicotine. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit medicijn niet opnieuw krijgt.

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Meer kans op hartritmestoornissen. U kunt last krijgen van plotselinge duizelingen of kortdurend buiten bewustzijn raken.

  • Gevoeligheid van de huid voor UV-licht (zon, zonnebank, UV-lamp). Blootstelling aan zonlicht, zelfs voor korte perioden, kan huiduitslag, jeuk, roodheid en andere verkleuring van de huid of ernstige verbranding door de zon geven.

    Begint u net met dit medicijn? Blijf dan uit direct zonlicht, met name tussen 10.00 en 15.00 uur, draag beschermende kleding, waaronder hoed en zonnebril, smeer zonnebrand op met een sunblock van minimaal factor 15, gebruik lippenbalsem met minstens factor 15, ga niet onder de zonnebank. Als u een ernstige reactie op de zon krijgt, staak dan meteen het gebruik en neem contact op met uw arts.

  • Epileptische aanvallen

  • Wazig zien en toegenomen traanproductie.

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen

Mag ik nicotine gebruiken met andere medicijnen?

Van nicotine zelf zijn geen wisselwerkingen bekend. Maar als u stopt met roken, kan dit wel invloed hebben op de medicijnen die u slikt. Roken versnelt de afbraak van diverse medicijnen.

Als u stopt met roken, kan de hoeveelheid van die medicijnen in het bloed toenemen. Hierdoor kunnen ze sterker werken of bijwerkingen geven. Als u deze medicijnen gebruikt, overleg dan met uw arts voordat u gaat stoppen met roken.

  • Theofylline, een luchtwegverwijder. Uw arts zal de hoeveelheid theofylline in uw bloed laten controleren.
  • Insuline, gebruikt bij suikerziekte. Als u stopt met roken, heeft u minder insuline nodig. Controleer daarom extra uw bloedsuiker als u gestopt bent.
  • Flecaïnide, een medicijn tegen hartritmestoornissen. Na stoppen met roken kan een dosisverlaging nodig zijn.
  • Hart-vaatmedicijnen van het bètablokker-type, zoals atenolol, bisoprolol, metoprolol en propranolol. Na stoppen met roken kan een dosisverlaging nodig zijn.
  • De antipsychotica clozapine, haloperidol en olanzapine. Na stoppen met roken kan een dosisverlaging nodig zijn.

Twijfelt u eraan of een van de bovenstaande wisselwerkingen voor u van belang is? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.

Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?

autorijden en alcohol drinken?
Bij dit medicijn zijn hiervoor geen beperkingen.

alles eten?
Zuigtabletten en kauwgom: de nicotine wordt minder goed in het bloed opgenomen als u gelijktijdig koffie, vruchtensap of zure frisdranken, zoals cola, drinkt. Drink deze dranken daarom niet vanaf een kwartier voor en tijdens het gebruik van de zuigtablet of de kauwgom.

Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?

Zwangerschap
U kunt dit medicijn beter NIET gebruiken als u zwanger bent of binnenkort wilt worden. Gebruik dit medicijn alleen in overleg met uw arts. Nicotine is schadelijk voor de baby.

Als u zwanger bent, overleg dan eerst met uw arts voordat u nicotineproducten gaat gebruiken. Er kunnen bij de baby door dit medicijn, maar ook door roken, bijwerkingen ontstaan. Het is daarom beter te stoppen met roken zonder hulp van een ontwenningsmedicijn.

Borstvoeding 
Nicotine komt in de moedermelk. Het is niet bekend of het schadelijk voor de baby is. Als u borstvoeding geeft, is het daarom beter te stoppen met roken zonder hulp van een ontwenningsmedicijn. Lukt dit niet? Overleg dan met uw arts.

Als uw arts vindt dat u borstvoeding kunt geven: wacht dan na gebruik van de kauwgom, zuigtablet of mondspray 2 tot 3 uur tot u borstvoeding geeft. Er zit dan minder nicotine in de moedermelk.

Hoe gebruik ik dit medicijn?

Kijk voor de juiste dosering in de bijsluiter of op het etiket van de apotheek. De dosering is afhankelijk van het aantal sigaretten dat u gewend was te roken.

Hoe?

  • Zuigtablet: zuig op de zuigtablet tot de smaak sterkt wordt. Laat de zuigtablet vervolgens rusten tussen het tandvlees en de wang. Begin opnieuw met zuigen wanneer de smaak verdwijnt en herhaal dit totdat de zuigtablet volledig is opgelost. Dit duurt ongeveer 10 tot 30 minuten. U mag de zuigtablet niet doorslikken en u mag er niet op kauwen. Eet of drink ook niets zo lang u de zuigtablet in uw mond heeft. Drink ook geen zure dranken, zoals koffie of frisdrank tot 15 minuten voor het innemen van de tablet.
  • Pleister: plak elke dag een nieuwe pleister op een droge onbehaarde huid van romp, bovenarm of heup, elke dag op een andere plaats. Knip de pleister niet kapot, anders werkt het afgifte systeem niet meer. Sommige pleisters moet u voor de nacht verwijderen. Kijk daarvoor in de bijsluiter.
  • Kauwgom: kauw tot de smaak sterk wordt of u de specifieke smaak van nicotine proeft en bewaar de kauwgom daarna in de ruimte tussen het tandvlees en de wang. Als de smaak verdwenen is weer op de kauwgom kauwen. Dit herhalen tot de specifieke smaak niet meer verschijnt.
  • Mondspray: eerst moet u de spray ontgrendelen. In de bijsluiter staan plaatjes hoe dit moet. Voor het eerste gebruik, of als u de spray langer dan 2 dagen niet heeft gebruikt: spray een paar keer in de lucht tot u een fijne mist ziet. Dan is de spray klaar voor gebruik. Zet de spray aan uw mond, vermijd contact met de lippen. Druk krachtig op de knop om 1 keer te sprayen. Inhaleer niet gelijktijdig, zodat het niet in uw keel komt. Probeer een paar seconden na het sprayen niet te slikken. Vergrendel de spray na gebruik weer (zie de plaatjes in de bijsluiter).

Hoe lang?

  • Kauwgom en zuigtabletten: ga twee tot drie maanden door met de kauwgom of tabletten. Daarna geleidelijk het aantal per dag verminderen. Liever niet langer dan zes maanden achter elkaar gebruiken.
  • Pleister: na enkele weken niet roken de sterkte van de pleisters afbouwen gedurende een aantal weken, afhankelijk van de sterkte die u gebruikt. Zie hiervoor de bijsluiter in de verpakking. Liever niet langer gebruiken dan zes maanden.
  • Mondspray: ga 6 weken door met de mondspray. Bouw daarna gedurende 6 weken geleidelijk af.
Terug naar overzicht